06 588 25 588 info@puur-ub.nl

Allereerst excuses voor de stevige kop van deze column. Maar dat was ook de kop van een redactioneel stukje in het AD van een poosje terug. Het ging over het geschreeuw in de Kamer, wat nogal uitzonderlijk is, want in de regel wordt er via de voorzitter gesproken. Maar daar gaat het nu niet over. Nee, het ging om de zin ‘wie ben jij dan wel, joh’. Want die zin bracht me in gedachten terug naar een avond, ongeveer een jaar geleden.

We waren onderweg naar een feest, een bruiloft. En eerder die dag hoorde mijn echtgenoot een opmerking hierover: zo, dat is snel! De bruid in kwestie hertrouwde nadat haar eerste man overleden was. En ik kon zo gauw niet bedenken hoeveel jaar het geleden was. 2, 3, 4 jaar…? Menselijk om te denken ‘hoe lang ook al weer’: ja. Maar om je oordeel hierover uit te spreken…? En zo kwam ik in gedachten op de volgende gewetensvraag: wanneer ‘mag’ iemand weer trouwen, of – beter gezegd – een relatie aangaan nadat hij of zij weduwe of weduwnaar is geworden?

Sinds wanneer staat hier een termijn voor? Ík zou het niet weten! Ik denk dat we het recht niet hebben, hierover te oordelen. Want alleen als je zelf weduwe of weduwnaar bent, maak je mee waar zij doorheen moeten. Waar zij dag in dag uit, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar mee worstelen. Drie-hon-derd-vijf-en-zes-tig dagen, voor hen. En maar één jaartje – dat voorbij vliegt – voor ons. Ga er maar aanstaan: iedere dag weer de uitdaging om de kinderen goed gevoed, gekleed en met zo min mogelijk verdriet naar school te laten gaan. Zorgen dat ze uit school opgevangen worden, dat het huis niet verslonst en ga zo maar door. Laat staan dat hij of zij aan eigen verdriet toekomtÉ Want dat is de klus waar een weduwnaar of weduwe met jonge, schoolgaande kinderen en een baan iedere dag weer voor staat. Wie ben jij dan wel. Om maar te oordelen. Dus laten we dat vooral niet doen. Nee, laten we alsjeblieft blij zijn dat het geluk weer in haar leven kwam.